zaterdag 29 maart 2008

Wandelende tijdbommetjes

Ik zit sinds jaar en dag in zak en as.
Hoe dat zo gekomen is?
Het begon ermee dat m'n grote teen kromp. Toen begaven m'n oren het. Ook werd ik bijziend. Alras was er niets meer om voor te leven. Tot overmaat van ramp kreeg ik RSI. Mijn vrouw werd zwanger. De kat bleek rond te lopen met een lekkende hartklep. Mijn stoere, vlotte, jonge blonde Friese knappe tandarts vroeg de laatste keer dat ik haar behandelkamer binnenliep of ik soms een tien-ritten-kaart had. 'Je hebt nou eenmaal een rotgebit', zei ze na onderzoek. Uit piëteit voor mijn trouwring had ik, terwijl ze ingespannen over me heen hing, haar zweetlucht niet tot de erogene zones van mijn verbeelding laten doordringen. Haar geur stond te wachten als een hinde voor het zebrapad. Ik liet het licht op rood staan.
De dierenarts, die eruit zag als een jonge verstrooide professor met rood Einstein-haar en een rond brilletje, putte zich al evenmin uit in eufemismen over de aandoening van onze kat. 'Ik wist dat Nino een beetje hartruis had'. - 'Nou, een behóórlijke, hoor'.
'Dus hij kan er wel oud mee worden?' - 'Nou, het zijn wel wandelende tijdbommetjes hoor'.
Tegen het einde van het consult, dat hij niet goed af wist te sluiten, drukte hij me enigszins verward, alsof hem plotseling een belangrijke afspraak te binnen schoot, meermalen op het hart om toch vooral maar niet aan het naderende einde van de kat te denken. 'Gewoon niet aan denken', zei hij met een vastberadenheid die ook hemzelf leek te verrassen.
Mijn vrouw is een wandelende tijdbom.
Gewoon niet aan denken.

Geen opmerkingen: